Het lot van een falafelmeisje op Pukkelpop.
Festival-life, good life. Op een zomers, zonovergoten weekend van de daverende Mainstage naar de oververhitte Boiler Room. En terug. Af en toe – als niet continu – een biertje in de hand. Een beetje onnozel doen. Wat geflirt hier en daar. Op de weide kent menig festivalganger maar weinig grenzen.
Zalig toch? Het is alsof je even aan de doorgedraaide maatschappij ontsnapt in eigen land.
Vorige editie was ik er de fiere verantwoordelijke van Daddy Cool’s falafelkraam. Geld verdienen in plaats van uitgeven, én af en toe door de massa heen drammen om toch maar even een glimp van een favoriete band op te vangen. Dat vond ik het 3 dagen bakken in een ‘kotteke’ met amper 2 vierkante meter staanplaats meer dan waard.
Elke dag kende zo wel z’n piekuren. Plots een woelige menigte die op mijn vingers stond te kijken terwijl ik van elk broodje een smakelijk kunstwerk maakte. Ook achter de toonbank moest ik heel wat slikken. Valt het even mee dat ik veel kan hebben en niet op m’n mond gevallen ben. Maar ’s avonds verliep het al eens anders dan ’s middags.
Naarmate de zon zakte en er een gloed over het terrein sluierde, geraakten de festivalbeesten in ultieme feeststemming. Sommigen deden er nu tot 5 keer zo lang over om van de Main Stage tot aan de Boiler Room te geraken. Anderen waggelden er simpelweg straalbezopen bij.
En oh ja, eten. ‘Geef me maar wat, schoonheid.’ Het maakte allang niet meer uit of het nu een vegetarische kikkererwtenbal (wablief?) of een vettige, vlezige gehaktbal was. Die Limburger uit de hoop bleef plakken aan de toog. ‘Mag ik uw nummer alstublief?’ […] ‘Volgende, goeienavond, broodje falafel voor u? Welke saus mag erop?’
Mijn vriendin en ik konden niet op elke zatte liefdesverklaring ingaan. En langzamerhand verdwenen de vervelende aandachtszoekers wel weer.
Tot meneer de Limburger opnieuw voorbijliep op een doods moment, zich over de toonbank gooide, mij vastgreep en… zijn lippen tuitte en naar de mijne begaf. Ik spartelde tegen maar hij had me in z’n greep. Mijn nek was nog het enige flexibele lichaamsdeel en draaide om, met als gevolg dat ik – als in The Vampire Diaries – doodleuk in mijn nek gebeten werd. Erger dan een kleine die de aandacht waar hij om vraagt, niet krijgt.
Ja, dat is dus het lot van een onschuldig falafelmeisje op Pukkelpop. Maar verder was het heel plezant, en falafel is verrukkelijk.
© Sofie Bresseleers